
Sinds drie maanden ben ik de gelukkige eigenaar van een Oudduitse herder pup. Al twijfel ik de laatste tijd wel eens over dat ‘gelukkige’. Iets in mij zegt dat een pup vooral leuk is voor anderen, maar niet voor de eigenaar. Het rent, springt, bijt en doet maar wat. Het is een vrolijke onderzoeker die er niet om maalt of hij nu op een elektriciteitssnoer ligt te knagen of aan onze mooie (nieuwe!) designbank. Alles moet gewoon die bek in om onderzocht te worden. En als er niets ín de bek moet, dan moet er aan de andere kant wel iets uit. Never a dull moment.
Jules is niet onze eerste hond. Hij is voorgegaan door Mara, onze mooie, lieve Zwitserse witte herder. Mara werd opgevoed volgens ‘de methode van de hond’, gebaseerd op hiërarchie en onderdanigheid. Ik ben de baas en jij moet doen wat ik zeg. De methodiek bestaat uit het ontmoedigen van ongewenst gedrag door een correctie. Straffen dus.
Jules wordt opgevoed om te leren samenwerken. Het uitgangspunt is wederkerigheid: Ik doe iets voor jou (ik geef je eten) en jij doet iets voor mij (je gedraagt je als een sociale hond). De methodiek bestaat uit enerzijds negeren van ongewenst gedrag en anderzijds belonen van gewenst gedrag. Als baas leer ik om zelfverzekerd gedrag van de hond niet te verwarren met dominantie.
Dat laatste valt soms, zeker nu de puberteit nadert en de hormonen door de kamer dansen, niet mee. En ja, het maakt me wel eens onzeker. Zou het gaan lukken, om van deze straks uit de kluiten gewassen meneer een gezeglijke hond te maken met deze aanpak? Soms betrap ik mezelf er op dat ik ‘terugval’ in het geven van correcties. Het allermoeilijkste vind ik echter het belonen van gewenst gedrag. Want dat vraagt een continue focus op wat goed gaat. Als kind van een op calvinistische leest geschoeide samenleving sla ik (helaas) toch sneller aan op ongewenst gedrag. Herkenbaar?
Dus bezoek ik de hondenschool, waar ik samen met de andere baasjes leer hoe groot de invloed van mijn gedrag is op het gedrag van de hond. En train ik mezelf in het belonen van wat goed gaat. Niet makkelijk, wel zeer de moeite waard! En het werkt. Onlangs slaagde onze Jules cum laude voor het examen van de basiscursus.
Jules is niet onze eerste hond. Hij is voorgegaan door Mara, onze mooie, lieve Zwitserse witte herder. Mara werd opgevoed volgens ‘de methode van de hond’, gebaseerd op hiërarchie en onderdanigheid. Ik ben de baas en jij moet doen wat ik zeg. De methodiek bestaat uit het ontmoedigen van ongewenst gedrag door een correctie. Straffen dus.
Jules wordt opgevoed om te leren samenwerken. Het uitgangspunt is wederkerigheid: Ik doe iets voor jou (ik geef je eten) en jij doet iets voor mij (je gedraagt je als een sociale hond). De methodiek bestaat uit enerzijds negeren van ongewenst gedrag en anderzijds belonen van gewenst gedrag. Als baas leer ik om zelfverzekerd gedrag van de hond niet te verwarren met dominantie.
Dat laatste valt soms, zeker nu de puberteit nadert en de hormonen door de kamer dansen, niet mee. En ja, het maakt me wel eens onzeker. Zou het gaan lukken, om van deze straks uit de kluiten gewassen meneer een gezeglijke hond te maken met deze aanpak? Soms betrap ik mezelf er op dat ik ‘terugval’ in het geven van correcties. Het allermoeilijkste vind ik echter het belonen van gewenst gedrag. Want dat vraagt een continue focus op wat goed gaat. Als kind van een op calvinistische leest geschoeide samenleving sla ik (helaas) toch sneller aan op ongewenst gedrag. Herkenbaar?
Dus bezoek ik de hondenschool, waar ik samen met de andere baasjes leer hoe groot de invloed van mijn gedrag is op het gedrag van de hond. En train ik mezelf in het belonen van wat goed gaat. Niet makkelijk, wel zeer de moeite waard! En het werkt. Onlangs slaagde onze Jules cum laude voor het examen van de basiscursus.